Werkgever wil de arbeidsrelatie met de werknemer beëindigen.

A) Werknemer stemt in met het voorgestelde ontslag

Wettelijk is vastgelegd dat de werkgever de arbeidsovereenkomst met de werknemer niet zomaar kan beëindigen, tenzij dit gebeurt tijdens de proeftijd of wegens een dringende reden.

De werkgever kan in alle andere gevallen proberen om de arbeidsovereenkomst met wederzijdse goedkeuring te beëindigen.

Wanneer een werknemer akkoord gaat met het voorstel van de werkgever om de arbeidsrelatie te beëindigen dan worden alle afspraken vastgelegd in een beëindigsovereenkomst, (vaststellingsovereenkomst).

Het is dan redelijk dat bij de beëindiging minimaal de transitievergoeding door de werkgever aan de werknemer wordt aangeboden.

Voor het bepalen van de hoogte van de transitievergoeding ga naar het onderdeel  transitievergoeding”.

Mr. H.P. Mannens kan voor de werkgever of werknemer bekijken of er bij vertrek niet alleen een transitievergoeding moet worden voldaan maar ook een billijke vergoeding. Wanneer een werknemer een lagere transitievergoeding wil betalen dan kan voor de werknemer bekeken worden of er kosten van de transitievergoeding mochten worden afgetrokken. Bijvoorbeeld de kosten van scholing mogen pas in mindering worden gebracht wanneer de werknemer daarmee schriftelijk akkoord is gegaan.

Laat de vaststellingosvereenkomst altijd door ons nakijken. Wij bekijken dan tevens of er wel een reden is dat u wordt ontslagen!

B) Werknemer stemt niet in met een regeling voor ontslag.

Het is raadzaam dat u eerst het voorstel van de werkgever met Mr. H.P. Mannens bespreekt en de werknemer niet direct tekent voor akkoord.

Stemt de werknemer niet in met de door de werkgever voorgestelde opzegging dan moet de werkgever de arbeidsovereenkomst laten beëindigen op de wijze zoals deze is vastgesteld in de wet. De werkgever moet dan wel een redelijke grond hebben om een werknemer te kunnen ontslaan. Daarna moet de werkgever nagaan of herplaatsing bij de werkgever binnen een redelijke termijn mogelijk is (artikel 7: 669 BW).

Wanneer er sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd moet de werkgever in eerste instantie bij een langdurige arbeidsongeschiktheid of bij het vervallen van een arbeidsplaats een ontslagvergunning aanvragen bij het UWV (artikel 7: 671a lid 1 BW). Dit geldt dus ook bij arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd die niet tussentijds kan worden opgezegd.  Zie hiervoor “ontslag via het UWV”

In alle andere gevallen moet de werkgever altijd de arbeidsovereenkomst door de kantonrechter laten ontbinden. Dit geldt dus ook bij arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd die niet tussentijds kan worden opgezegd, zie artikel 7: 671b lid 1 onder c BW. Zie hiervoor ontslag via de kantonrechter”.

Ik ben werknemer