De transitievergoeding:

De werkgever is een transitievergoeding pas wettelijk verschuldigd

A) Bij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd:

  • Wanneer er voor de werkgever een redelijke grond (legitieme reden) is om de arbeidsrelatie met een werknemer te beëindigden (artikel 7:669 lid 1 BW) en de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd nadat het UWV het ontslag heeft verleend of nadat de arbeidsovereenkomst bij de kantonrechter is ontbonden.
  • De werkgever doet u een voorstel om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. Let op meestal kunt u in een dergelijke situatie een hogere vergoeding claimen! Neem daarom altijd contact met ons op!   

B) Bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd:

Wanneer een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege ophoudt te bestaan en de werkgever u laat weten dat hij de arbeidsovereenkomst niet wil continueren. U kunt dan direct (als werknemer) de transitievergoeding claimen.

Berekening van de hoogte van de transitievergoeding vanaf 1 januari 2020

Werknemers hebben vanaf de eerste dag dat zij bij de werkgever in dienst zijn al recht op een transitievergoeding.

De werknemer krijgt 1/3 van het maandsalaris per gewerkt dienstjaar.

Voorbeeld:

Wanneer een dienstverband van 9 jaar door de werkgever wordt beëindigd en het salaris bedraagt bruto  € 3.000,- (inclusief vakantietoeslag) dan is de transitievergoeding:   9 x (1/3 x € 3.000,-) = € 9.000,-

Bij een arbeidsovereenkomst die binnen 1 jaar wordt beëindigd geldt de transitievergoeding naar rato:

De berekening ziet er als volgt uit:

(genoten bruto salaris/bruto maandsalaris) x (1/3 brutomaandsalaris /12)

Dus wanneer iemand 4 maanden in dienst is en het salaris bedraagt ook bruto  € 3.000,- (inclusief vakantietoeslag) dan is de vergoeding over die 4 maanden:

(€ 12.000/€ 3.000,-) x (€ 1.000,-/12)= 4 x € 83,33 = € 333,33.

Wanneer een dienstverband 9 jaar en 4 maanden heeft geduurd dan is de transitievergoeding dus bruto € 9.333,33 (€ 9.000,- +€ 333,33).

 

Wanneer is geen transitievergoeding verschuldigd?

De werkgever is de werknemer geen transitievergoeding verschuldigd:

  • Wanneer de werknemer de leeftijd heeft bereikt waarop hij recht heeft op pensioen (artikel 7: 673 lid 7 onderdeel b BW);
  • Wanneer de werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld (denk hierbij bijvoorbeeld aan het stelen van goederen van de werkgever,) zie artikel 7: 673 lid 7 onderdeel c BW. Naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid heeft een werknemer in bepaalde gevallen toch recht op een transitievergoeding!;
  • Wanneer de werkgever in staat van faillissement is verklaard, of dat er sprake is van surseance van betaling of bij een schuldsaneringsregelin , zie artikel 7: 673c lid 1 BW. (Een “habe nichts” verweer van de werkgever is in alle andere gevallen niet meer mogelijk om geen transitievergoeding te hoeven te betalen);
  • Wanneer de werknemer jonger is dan 18 jaar (artikel 7: 673 lid 7 onderdeel a BW).

Lagere transitievergoeding

De werkgever hoeft minder (of geen) transitievergoeding te voldoen:

  • Wanneer er kosten van investeringen worden gemaakt. De wet biedt namelijk de mogelijkheid om kosten van investeringen in mindering te brengen op de transitievergoeding, zie artikel 7:673 lid 6 BW (het gaat dan om transitiekosten en specifieke inzetbaarheidskosten). Er gelden daarvoor speciale regels wanneer bedragen mogen worden afgetrokken van de transitievergoeding.

Mr. H.P. Mannens kan voor de werkgever of werknemer bekijken of een transitievergoeding moet worden voldaan en of daar dan ook nog een billijke vergoeding bij moet komen. Wanneer een werknemer een lagere transitievergoeding heeft ontvangen dan kan voor de werknemer bekeken worden of deze kosten daadwerkelijk van de transitievergoeding mochten worden afgetrokken.